Vorige week gaf ik een training aan een groep basisschool leerkrachten rondom het onderwerp seksualiteit. Ik vroeg ze hun vroegste seksuele herinnering op te schrijven. Bijna iedereen kwam met een herinnering die speelde rond de aanvang van de puberteit, zo rond het 12e, 13e jaar. Er was echter een briefje van een juf die vertelde over een herinnering uit haar kleutertijd.
Ergens eind jaren 60 was ze 4 en zat op de kleuterschool. Naast haar zat een andere kleuter, ook 4. Deze twee meisjes kleuters vonden het een heel leuk spelletje om elkaar hun vagina te laten zien. Dat deden ze heel handig door de kruisjes van hun onderbroekjes opzij te schuiven. Dit gebeurde een paar keer per dag. Uiteindelijk liep de kleuterjuf een keer langs terwijl ze dit deden. Toorn daalde neer. Wat er precies gezegd werd is vergeten maar wel dat nette meisjes dat niet deden. Daarna werd er niet meer over gesproken. Dit speelde 45 jaar geleden. Maar de schaamte over wat ze had gedaan en het betrapt worden kon deze leerkracht nog voelen alsof het gisteren was.
Gelukkig kon ik, vele jaren later, uitleggen dat er niets kwaads of vies school in dat seksuele spelletje. Sterker nog, het is volkomen normaal gedrag dat helemaal adequaat is voor die leeftijd. De seksuele ontwikkeling van kinderen begint niet tijdens de puberteit zoals vaak nog wordt gedacht. Al in de baarmoeder bijvoorbeeld worden er erecties waargenomen bij foetussen. Het misverstand ligt hem vaak in het feit dat volwassenen hun beleving van seksualiteit vergelijken met die van kinderen. Welke leerkracht uit mijn training het was weet ik nog steeds niet. De herinneringen werden anoniem opgeschreven. Het was echter een prachtig bruggetje naar de uitleg dat kinderen seksuele wezens zijn, al vanaf hun geboorte. Er is echter een enorm verschil tussen kinderseksualiteit en volwassenseksualiteit. Maar om kinderen uit te laten groeien tot seksueel gezonde volwassenen is het belangrijk dat zij de ontwikkelingstaken die daar voor nodig zijn kunnen en mogen uitvoeren.
De visie op seksueel gedrag van kinderen is de laatste jaren enorm veranderd. Van de gedoogstand (oogluikend toestaan) eind vorige eeuw is weinig meer over. Door alle media-aandacht rond seksueel misbruik op school, bij de sportclub en godbetert in de kerk zijn we gefixeerd op het beschermen van onze kinderen met alle gevolgen van dien. Er is namelijk het gevaar dat we onze kinderen in die mate beschermen dat we ze in een gezonde seksuele ontwikkeling belemmeren. Kinderen moeten kunnen experimenteren met seksualiteit, dat hoort er bij. Om je grenzen te leren kennen moet je tegen die grenzen aanlopen. Ik hoor echter vaak van opvoeders dat ze bang zijn om kinderen te laten experimenteren op seksueel gebied. Wat als het kind dat ‘s middags bij je is wezen spelen thuis komt met het verhaal van doktertje spelen bij jou op zolder? Of het seksuele rollenspel in de poppenhoek dat je als leerkracht ontdekt? Wat als dat niet lekker valt bij ouders? We kennen allemaal de verhalen van de uit de hand gelopen situaties rondom seksueel grensoverschrijdend gedrag door kinderen bij kinderen. Verdrietig en heel pijnlijk, voor beide kanten.
Dit wordt echter geen verhaal over ‘vroeger was alles beter’. Want vroeger was de seksuele voorlichting of vorming die er op school of thuis gegeven werd meestal non existent. Thuis kreeg je als je geluk had een boekje en het was fijn als er oudere broertjes of zusjes waren. Dan hoorde je nog eens wat. In groep 8 kreeg je te horen (als je geluk had) hoe je een kind moest maken. Een doodzenuwachtige leerkracht die het duidelijk heel gênant vond en niet gewend was om over seksualiteit te praten stond voor een groep gniffelende 12 jarigen die ALLANG wisten waar Abraham de mosterd haalt (maar vaak ook niet meer dan dat).
Seksuele vorming is echter zoveel meer dan alleen het verhaal over de voortplanting. Het gaat over zelfbeeld, lichaamsbesef, over seksuele relaties en seksuele diversiteit. Het gaat over (online) weerbaarheid en seksueel gedrag.
Dat wij onze kinderen willen beschermen en, beter nog, weerbaar willen maken is een opvoedingstaak, die we hebben als ouders EN als professionele opvoeders. We doen dat echter niet door ze bang te maken. We doen dat niet door ze overal van weg te houden. Want onze kinderen zijn net mensen en zullen op een zeker moment zelf op zoek gaan naar informatie. En als ze eenmaal de puberleeftijd hebben bereikt halen ze die informatie niet meer bij ons, hun opvoeders. Dan vragen ze het hun vrienden, dan zoeken ze op het internet. Wij hebben dan geen enkele controle meer over wat ze horen en zien.
Als wij onze kinderen seksueel willen opvoeden zullen we daar vroeg mee moeten beginnen. Elk gezin zal daar zijn eigen manier in zoeken. Sommige ouders zullen dat geen enkel probleem vinden maar er zullen ook gezinnen zijn waar de wil er wel is maar het vermogen niet. Hier ligt een prachtige kans voor professionele opvoeders, ouders en school om samen te werken en elkaar aan te vullen. Als er ook op basisschool, voortgezet onderwijs en instellingen structureel aandacht geschonken wordt aan seksuele en relationele vorming voeden we een generatie op die leert dat het normaal is om over seksualiteit te praten. Waarbij vanzelfsprekend aandacht is voor zaken als seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksuele diversiteit. Dit betekent echter wel dat er ruimte moet worden gemaakt in het rooster of in de ontwikkel gesprekken. Met een weekje Lentekriebels of een keer per jaar de GGD uitnodigen met de Voorlichtingskoffer zijn we er niet. Scholen en instellingen moeten hier keuzes in maken en professionals faciliteren om deze lessen te kunnen geven of deze gesprekken te kunnen voeren door goede trainingen aan te bieden. Maar het is vooral belangrijk dat we kinderen laten merken dat er over seksualiteit gepraat mag en kan worden
Want pas als je van jongs af aan hebt geleerd dat seksualiteit een onderwerp is dat er mag zijn, dat het iets is wat er bij hoort, waar je vragen over kunt stellen maar waar je ook gewoon, zonder te vragen, informatie over krijgt, pas DAN ga jij zelf ook vertellen als er iets gebeurt wat niet oké is. Pas als jij woorden krijgt om over seksualiteit te praten kun jij vertellen wat je niet wil maar ook wat je wel wil!
Als wij onze kinderen van kleins af aan toestaan seksuele wezens te zijn en ze op hun niveau en passend bij de leeftijd informatie aanbieden rondom het onderwerp voeden wij seksueel gezonde mensen op. En dat is fijn en handig want er kunnen ook nogal wat beren verschijnen op weg naar die seksuele gezondheid.
Beginnen op puber leeftijd is zeker goed bedoeld maar eigenlijk te laat. Al geldt hier uiteraard het beter laat dan nooit principe. Ook al willen kinderen hun informatie niet meer bij ons halen: ‘jagh, doe normaal mama, daar ga ik het met jou toch niet over hebben’ toch kunnen we zeker nog iets bijdragen. Het faciliteren van informatie inwinning door zo nu en dan tussen neus en lippen het erover te hebben. Door samen voor dokter Corrie te gaan zitten. Door soms wat foldermateriaal van SENSE te laten slingeren. Want waar seks en verliefdheid tot een jaar of 10 nog twee verschillende dingen zijn die heel goed zonder elkaar kunnen bestaan gaat dat vanaf de hormonen-tsunami die de puberteit is anders worden. Dus dan is het fijn als je alle info al hebt en dat je die hebt kunnen opnemen zoals je ook leert hoe je bijvoorbeeld een moeilijke som moet uitrekenen, met mes en vork moet eten of met de bus moet gaan. In een veilige setting met verantwoordelijke volwassenen die weten wat er aangeboden moet worden.
En dat je daarna gewoon weer over kunt gaan tot de orde van de dag, een Pokemon kunt gaan vangen, voetballen of met je Barbie spelen. Omdat je nog een kind bent. Maar wel een voor wie seksualiteit een onderwerp is waar over gesproken wordt.
Omdat het bij het leven hoort.
De auteur Anne Nales is eigenaar van Amantes Amentes Advies en Begeleiding, een organisatie die zich bezighoudt met seksuele vorming en weerbaarheid van kinderen en jongeren met en zonder verstandelijke beperking.